Motivatie: rekening houden met basisbehoeften

Pepijn Lochtenberg

Als je dorst hebt, dan voel je de behoefte om wat te gaan drinken. Als je moe bent, dan voel je de behoefte om te slapen. Naast zulke fysieke basisbehoeften, zijn er door Ryan & Deci (2000) drie psychologische basisbehoeften gevonden: dingen waar ieder mens behoefte aan heeft. Voor de ontwikkeling van een mens is bevrediging van deze behoeften essentieel.

1) Behoefte aan competentie

Mensen hebben van nature de behoefte om zich competent te voelen. Competentie is de kennis en kunde hebben om een taak goed te volbrengen. We willen een gevoel van bekwaamheid ervaren en ons eigen gedrag als effectief zien (Oudejans & Bakker, 2012).

2) Behoefte aan verbondenheid

Mensen hebben van nature de behoefte om met andere mensen verbonden te zijn. We willen ergens bij horen. Deze verbondenheid zorgt voor een veilig gevoel in het samenzijn met anderen (Oudejans & Bakker, 2012).

3) Behoefte aan autonomie

Mensen hebben van nature behoefte aan het gevoel dat je zelf regie hebt over je gedrag en je keuzes. We willen een bepaalde mate van vrijheid ervaren over onze keuzes (Oudejans & Bakker, 2012). Dit geldt voor alle sportniveaus (Sheldon & Watson, 2011).

Als trainer-coach is het belangrijk om deze basisbehoeften te kennen. Wanneer je zorgt dat je de basisbehoeften van jouw sporters vervult in jouw trainingen en coaching, dan heeft dat een positief effect op de motivatie van de sporters. Vervul je de basisbehoeften niet, dan is de kans op frustratie en weerstand groot.

Dit wordt extra belangrijk in situaties waarin de basisbehoeften van sporters bedreigd worden:

  • -  Veel nieuwe spelers in het team.
  • -  Conflicten in het team.

- Progressie naar een hoger niveau of van junior naar senior. - Blessures.

Bij een blessure van een speler is de kans groot dat alle drie de basisbehoeften bedreigd worden: competentie, verbondenheid en autonomie. In de volgende casus laat ik zien welke invloed je als trainer-coach in zo’n situatie hebt.

Praktijkvoorbeeld: sporter met een blessure

Mike (18) is volleyballer en heeft een zware kruisbandblessure opgelopen. Hij gaat binnenkort geopereerd worden. Om zo fit mogelijk te zijn bij de operatie is het belangrijk dat hij elke dag een aantal oefeningen doet.

1) Behoefte aan competentie

Voor Mike valt het competent zijn als sporter weg door zijn zware blessure. Daarnaast is de kans groot dat hij ook in andere dingen die hij doet minder competentie zal ervaren, omdat hij niet goed kan bewegen.

2) Behoefte aan verbondenheid

Voor Mike valt de verbinding met zijn team voor een groot deel weg, omdat hij niet meer hetzelfde kan doen als zij.

3) Behoefte aan autonomie

De kans is groot dat ook de autonomie van Mike minder wordt, omdat hij veel van anderen afhankelijk is om zich te verplaatsen.

We kijken naar twee mogelijke reacties van een coach in deze situatie. Coach #1 houdt geen rekening met de psychologische basisbehoeften, Coach #2 doet dit wel.

Coach #1: de coach die geen rekening houdt met de basisbehoeften

De coach heeft bepaald dat Mike op de wedstrijddag niet op de bank mag zitten, omdat hij anders het team afleidt. Tijdens de voorbespreking op de wedstrijd moet hij met de fysiotherapeut zijn oefeningen doen. Mike wordt daarna wel bij de wedstrijd verwacht, maar hij krijgt een plek op de tribune. Tijdens wedstrijden zit hij zich te verbijten, gefrustreerd dat hij niet mee kan doen. De motivatie van Mike om zijn oefeningen te doen en zijn team aan te moedigen nemen met de dag af.

Coach #2: de coach die wel rekening houdt met de basisbehoeften

De coach heeft Mike gevraagd wat hij denkt dat hij het beste kan doen op wedstrijddagen. Samen hebben ze een plan bedacht waar ze zich allebei in kunnen vinden: Mike komt wat eerder naar de sporthal, zodat hij zijn oefeningen al gedaan heeft als zijn teamgenoten de hal binnen komen. Hij kan daardoor aanwezig bij de wedstrijdvoorbespreking. Tijdens de wedstrijd gaat hij statistieken bijhouden: welke aanvaller van de tegenstander krijgt het vaakst de bal? Die informatie geeft hij door aan de coach, om te gebruiken in de coaching. Mike voelt zich ondanks zijn blessure onderdeel van het team en is gemotiveerd om het team te steunen en om zijn oefeningen te doen.

1) Behoefte aan competentie

Coach 1 geeft Mike geen alternatieve manier om zich competent te voelen.
Coach 2 helpt hem door iets anders te zoeken waarin hij competentie kan laten zien: de statistieken bijhouden en hem assisteren in de coaching.

2) Behoefte aan verbondenheid

Het plan van Coach 1 zorgt ervoor hij nog minder contact heeft met zijn teamgenoten, waardoor er nog minder verbondenheid is.
Coach 2 zorgt ervoor dat hij zoveel mogelijk contact houdt met zijn teamgenoten, wat de verbondenheid met de groep vergroot.

3) Behoefte aan autonomie

Coach 1 bepaalt het plan voor Mike, waardoor Mike geen autonomie ervaart.
Coach 2 betrekt Mike bij het plan voor de wedstrijddag, waardoor hij zelf invloed voelt op de keuzes die uiteindelijk gemaakt worden.

Motivatie versterken door rekening te houden met basisbehoeften

Het is dus belangrijk om goed rekening te houden met deze drie psychologische basisbehoeften. Hoe doe je dat?

1) Versterken van gevoelens van competentie

Zorg in de oefenstof die je geeft voor voldoende succeservaringen: momenten waarop de sporter ervaart dat hij iets goed kan. Trainers zijn soms vooral bezig te met de zwakke punten van sporters, maar onderstaand voorbeeld laat zien hoe belangrijk het is om ook bezig te zijn met het verder ontwikkelen van de sterke punten van een sporter:

Voorbeeld uit de topsport
Sylvia Karres vertelt in haar boek ‘Bikkelen’ dat ze als topscoorster van de eredivisie bij het Nederlands Team kwam. Ze was de Koningin van de Tip-In: in de cirkel het laatste beslissende tikje geven voor een doelpunt. Bij het Nederlands Team waren ze vooral bezig om te werken aan haar zwakke plek: haar backhand-schot. In de loop van de weken bij het Nederlands Team gingen haar prestaties en motivatie bergafwaarts. Dag in dag uit was ze bezig met iets waar ze niet competent in was. Gelukkig werd dit herkend en was de oplossing snel gevonden: meer tijd inruimen voor succeservaringen door regelmatig te trainen op haar sterke punt: de Tip-in.

Praktische ideeën

  • Richt een training in waarin jouw sporters hun sterkste punten volledig tot hun recht kunnen laten komen. Het doel van de oefeningen is om veel succeservaringen te creëren.
  • Vraag sporters om voor zichzelf op te schrijven wat hun drie sterkste punten zijn in hun sport. Bespreek deze kwaliteiten en benoem in het gesprek tevens wat jij als de sterkste punten van de sporter ziet.

2) Versterken van gevoelens van verbondenheid Verbondenheid met de groep
Sporters hebben de behoefte om zich geaccepteerd en gewaardeerd te voelen door de groep. Stimuleer verbondenheid binnen de groep door:

  • Samenwerkingsopdrachten binnen trainingen
  • Momenten te creëren waarop sporters elkaar beter leren kennen.
  • De individuele bijdrage van sporters aan de groep te benoemen. Verbondenheid met jou als trainer-coach
    Maak verbinding met je sporters door ze individueel aandacht te geven. Dat kan binnen de groep, maar ook in 1-op-1 gesprekken buiten de trainingen. Zorg ervoor dat je aandachtig luistert en je inleeft in de sporter.

Praktijkvoorbeeld
Marion geeft training aan een meisjes hockeyteam. Bij aankomst op het veld, voor de start van de training, geeft ze iedereen een hand. Ze maakt een moment persoonlijk contact voor de start van de training en geeft iedereen het gevoel welkom te zijn op de training.

Praktische ideeën

  • Spreek voor de training één van je sporters aan en vraag hoe het gaat. Neem geen genoegen met het antwoord ‘goed hoor’ en vraag door naar hoe het de afgelopen periode gaat. Luister aandachtig en vraag door!
  • Organiseer een avond waarop je verschillende samenwerkingsspellen doet, waarbij spelers elkaar beter leren kennen.

3) Versterken van gevoelens van autonomie Versterk de autonomie van sporters door:

  • Sporters te betrekken bij het maken van keuzes over trainingen en wedstrijden.
  • Sporters vragen te stellen over hun wensen voor trainingen en houd daar waar mogelijk rekening mee.
  • Sporters de ruimte te geven om zelf het initiatief te nemen om tot een oplossing of een verbetering te komen.
  • Waardering uit te spreken naar sporters die zelf het initiatief nemen om iets te verbeteren.

Niet handig om te doen als je gevoelens van autonomie wil versterken:

  • Jouw visie volledig op willen dringen aan jouw sporters.
  • Extreem veel controleren en bijhouden.
  • Intimideren door te schreeuwen of te straffen. Praktijkvoorbeeld
    Atletiektrainer Ronald laat zijn atleten van jong en oud zelf een plan maken voor hun wedstrijd. Hoe gaan ze de race aanpakken? Soms stuurt hij een beetje bij, maar vaak laat hij de atleten hun eigen plan ervaren en daar vervolgens weer van leren. Praktische ideeën
  • Stel de sporters in jouw groep de vraag waar ze komende periode graag op willen trainen. Waar willen ze extra aandacht voor?
  • Bespreek na een training met de sporters hoe zij graag willen dat de warming-up voor de wedstrijd eruitziet. Kom samen tot een plan voor een nieuwe wedstrijdvoorbereiding.

Pepijn Lochtenberg Msc. (1985) is SPORTPSYCHOLOOG VSPN® en vormt samen met Martijn Ruitenburg Focus like a Pro Sport, een praktijk voor sportpsychologie.